Schrijven op B1-niveau: 5 tips

Wil je begrijpelijke teksten schrijven? Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Steeds meer bedrijven en organisaties schrijven volgens B1-richtlijnen. Toch komt het vaak voor dat teksten onnodig ingewikkeld geschreven zijn of bomvol moeilijke woorden of spreektaal staan. Wil je dit vermijden?

De basis van taalniveau B1

Taalniveau B1 wordt gebruikt om begrijpelijk te schrijven voor heel Nederland. De meeste mensen met Nederlands als eerste of tweede taal begrijpen namelijk teksten op dit niveau. Een vooroordeel van B1 is dat teksten kinderlijk worden geschreven. Het tegendeel is waar. Teksten op B1-niveau zijn voor iedereen kraakhelder en makkelijk te begrijpen.

De richtlijnen rondom B1 zijn bijvoorbeeld actieve zinnen schrijven en moeilijke woorden vermijden. Daarnaast is de opbouw van een tekst ook belangrijk. Maar hoe pas je dat toe in de praktijk?

1. Schrijf zoals je thuis aan de keukentafel praat

Contentspecialist Eva Vree weet wel raad: “Schrijf zoals je thuis ook aan de keukentafel praat. Kies voor begrijpelijke taal en vermijd woorden die niemand begrijpt of lastige zinsconstructies. Vertel het verhaal zoals je het aan je partner, tante of opa zou uitleggen. Een tekst op B1-niveau leest voor iedereen prettig, of de lezer nu wel of geen kennis heeft van het onderwerp.”

“Moeilijke woorden? Hiermee kom je niet slimmer over. Het maakt een tekst juist minder leesbaar.”

2. Maak je zinnen kort

De tweede tip? Dorus Smit, contentspecialist, vat het in Ă©Ă©n woord samen: mand. “De beste teksten zijn kort en bondig. De valkuil zit in het onnodig lang maken van zinnen. Soms zit er in een zin bijvoorbeeld een tangconstructie of gebruik je 1 of 2 moeilijke woorden. Daardoor leest een tekst minder prettig. Als je op B1-niveau wilt schrijven zijn korte zinnen 9 van de 10 keer beter. Lees je tekst daarom kritisch na en schrap overbodige en ingewikkelde woorden.”

3. Denk aan je doelgroep

Maar niet alleen de zinslengte is belangrijk volgens Dorus, ook het publiek. Voor wie schrijf je de tekst? “Diversiteit en inclusiviteit van een tekst gaan over toegankelijk en laagdrempelig schrijven voor een zo breed mogelijk publiek. Dit gaat verder dan afkomst of opleidingsniveau, ook mensen met een (visuele) beperking tellen hierin mee.  B1 en toegankelijkheid hebben namelijk veel met elkaar te maken. Wil je hiermee rekening houden? Let op het contrast tussen tekst en achtergrond, wees voorzichtig met schuin- of dikgedrukte woorden en zet geen woorden of zinnen in hoofdletters.”

4. Houd rekening met het perspectief van de lezer

Contentstrateeg Janneke Belt gaat nog een stapje verder: “Geen lijdende vorm? Check! Tangconstructies gesloten? Check! 3 bijzinnen slim herschreven? Lekker bezig! Maar heb je ook goed nagedacht over het perspectief van de lezer? Dat is ontzettend belangrijk om het doel van je tekst te behalen. Zo zijn veel schrijvers geneigd om te beginnen bij het begin: ‘Er was eens een woonbeleid’. In plaats van te beginnen met wat je van de lezer wilt weten of hem wilt laten doen. Bijvoorbeeld ‘Wil je je woning isoleren? Vraag nu subsidie aan’. Wil je als contentspecialist, tekstschrijver of communicatieadviseur echt doel treffen met je tekst, houd dan rekening met het het perspectief van de lezer.”

5. Gebruik voegwoorden

Vergeet ook de voegwoorden niet, aldus Janneke. “Deze tussenkop geeft je misschien flashbacks naar de vast niet al te swingende lesjes grammatica op de middelbare school. Maar voegwoorden zijn voor tekstbegrip ontzettend belangrijk. Je kunt zinnen wel superstrak formuleren, maar als het voor lezers niet duidelijk is wat het onderlinge verband is, dan staan ze daar maar superstrak naast elkaar te staan. Dus gooi die ‘en’, ‘maar’, ‘want’, ‘omdat’, ‘dus’, ‘terwijl’ en andere voegwoorden op de juiste plek in je tekst.”

Oefening baart kunst

Het allerbelangrijkste als contentspecialist, tekstschrijver of communicatieadviseur is blijven schrijven. Oefening baart kunst. Kijk met een kritisch oog naar elke tekst en ga na wat beter kan. Is het geschreven vanuit het perspectief van de lezer? Zijn de zinnen kort en bondig, zonder moeilijke woorden? Is de tekst toegankelijk voor iedereen? Als je overal ‘ja’ op kunt antwoorden ben je al een heel eind!