Jouw verhaal vertellen? Schrijf begrijpelijk!

Je zit helemaal in de materie waar jij je dagelijks mee bezig houdt. Dus heb je die webteksten en uitingen zo geschreven. Termpje hier, jargon daar en vertellen waar jij trots op bent. Niks mis mee, toch? Nou, eigenlijk wel.

Los van de inhoudelijke kanttekeningen die er te maken zijn (lees meer over klantwaarde in onze blogs over feedback gebruiken en minder verzuilen), is de manier waarop je vertelt ook heel belangrijk. Vraag je niet alleen af of je verhaal wel relevant is, maar ook of het wel begrijpelijk is.

Het nut van B1

Taalniveau B1 wordt vaak gebruikt om voor begrijpelijkheid te zorgen. Hoewel B1 eigenlijk bedoeld is voor mensen die Nederlands als tweede taal spreken, zorgt taal in B1-niveau ervoor dat een groot deel eerstetaalsprekers het duidelijk vindt. Handig, want voor B1-schrijven zijn duidelijke handvatten.

Bij taalniveau B1 let je natuurlijk op je woordgebruik, maar dat is niet alles. Een logische en overzichtelijke structuur aanbrengen is ook cruciaal. Hieronder hebben we alles netjes voor je op een rijtje gezet.

Regel 1: gebruik veelgebruikte taal

Als je wilt dat zo veel mogelijk mensen je begrijpen, kies je voor alledaags taalgebruik en veelgebruikte woorden. Mooi, want dat zijn ook de woorden waar mensen online naar zoeken en dus ook waar je op gevonden wordt. Keywords dus. Jargon, vaktermen en ouderwetse of moeilijke woorden vermijd je juist. Want die termen zijn voor jou duidelijk, maar voor je lezer waarschijnlijk niet.

Regel 2: houd het letterlijk en concreet

Niet iedereen begrijpt gezegdes en figuurlijk taalgebruik even goed. Het is daarom verstandig om teksten als ‘met het oog op’ of ‘onder de knie krijgen’ niet te gebruiken. Zeg gewoon waar het op staat. Wil je wel meer sjeu aan je tekst geven? Zet bijvoeglijk naamwoorden slim in, net als voorbeelden.

Regel 3: schrijf goed gestructureerd

Structureer je tekst, alinea’s en zinnen goed. Daarbij zijn overzicht en samenhang het belangrijkst. Gebruik dus informatieve tussenkopjes, behandel 1 onderwerp per alinea en maak goed gebruik van signaalwoorden. Denk bijvoorbeeld aan woorden zoals namelijk, daarom en omdat. Zogenaamde ‘topiczinnen’ zijn ook een must: hiermee kondig je aan wat er in een alinea aan bod komt of vat je de alinea juist samen. Zorg er op zinsniveau vooral voor dat zinnen snel to-the-point komen. Wees ook spaarzaam met bijzinnen en gebruik tangconstructies gewoon niet, daarmee maak je zinnen namelijk onnodig ingewikkeld.

De basis op orde

Als je deze drie regels naleeft, zijn jouw teksten al snel een stuk begrijpelijker. Verder helpt het om doelgericht te schrijven: daarmee krijg je sneller de aandacht van je publiek en houd je die langer vast. Bekijk daarvoor ook eens ons blog over UX writing.

Geïnteresseerd in een B1-training? Bekijk onze workshoppagina dan eens.