Aan de slag met toegankelijkheid. Nu echt.

Heb je wel eens bij de rijksoverheid of gemeente gewerkt? Dan heb je de kreet ‘toegankelijkheid’ ongetwijfeld horen vallen. Gevolgd door een opgewekt: ‘Onze website voldoet helemaal aan de WCAG 2.1 AA!’ Of door een stamelend: ‘Iets met alt-teksten bij afbeeldingen, toch?’. In dat laatste geval is er werk aan de winkel.

Wie nu nog moet beginnen met toegankelijkheid is rijkelijk laat. De ‘webrichtlijnen’, zoals de vroegere regels voor websites geschikt voor mensen met een beperking werden genoemd, dateren al van 2004 (nu: WCAG 2.1). De aandacht én relevantie is sindsdien alleen maar groter geworden. Toegankelijk ben je immers niet alleen voor de (relatief kleine) doelgroep blinden- en slechtzienden, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met een aandachtsstoornis, motorische beperking, kleurenblinden, en laaggeletterden. Je wilt dat deze mensen ook kunnen meedoen in een sterk gedigitaliseerde maatschappij (smartphones! apps!). Toegankelijkheid gaat daarnaast over duurzaamheid en gebruikersgemak. Uiteindelijk plukken wij dus allemaal de vruchten van digitale toegankelijkheid.

Gelukkig hebben de meeste overheidspartijen toegankelijkheid inmiddels wel op het netvlies. Maar waar bijvoorbeeld de gemeente Den Haag al meer dan 10 jaar bezig is met toegankelijkheid, zien we ook opdrachtgevers die er toch nog een beetje door worden overvallen. En dan vooral door de hoeveelheid werk die ‘toegankelijke websites’ met zich mee kunnen brengen.

Aandacht en overtuigingskracht

Want toegankelijk worden én blijven vraagt aandacht en overtuigingskracht. Dat toegankelijkheid belangrijk is. Dat het ook verplicht is. Dat je niet zomaar elke soort PDF op de website kunt zetten. En dat er bij de ontwikkeling van nieuwe digitale toepassingen – van websites tot mobiele apps, kaartapplicaties, intranetten, nieuwsbrieven, formulieren, etc. – vóóraf al moet worden nagedacht over toegankelijkheid. Zodat je achteraf geen bakken met geld hoeft uit te geven om de boel recht te trekken.

Iedereen op de hoogte

Bij Entopic zijn we goed op de hoogte van toegankelijkheid. Niet iedereen heeft er direct mee te maken, omdat we ook voor commerciële partijen werken die (nog) niet verplicht zijn hun digitale platforms toegankelijk te maken. Maar ook voor die collega’s is het belangrijk op de hoogte te zijn van de richtlijnen en uitdagingen van toegankelijkheid. Daarom organiseren we sessies en trainingen. Onze collega’s die bij overheden werken schijnen trouwens ‘in hun slaap af en toe de WCAG 2.1 al murmelend op te lepelen’, aldus een collega op Slack. Die hoeven niet meer op training (en kunnen misschien zelfs beter even met vakantie!).

Kennispartner Swink

We hebben een kennispartner op het gebied van toegankelijkheid: Swink. Swink is een buitengewoon internetbureau, waar medewerkers met autisme organisaties helpen hun websites toegankelijk te maken, bijvoorbeeld met onderzoek en het repareren van ontoegankelijke PDF’s. Dus als opdrachtgevers vragen hebben of als we zelf tegen een specifiek probleem aanlopen bij een van onze opdrachten, hebben we bij Entopic een uitstekende hulplijn. Tegelijkertijd kan Swink ‘awareness sessies’ organiseren bij organisaties, waardoor ons werk makkelijker wordt. Want hoe meer mensen begrijpen waarom toegankelijkheid belangrijk is, hoe minder vaak wij hoeven uit te leggen waarom een vragenlijst in Word niet geschikt is voor op de website, of waarom er echt een audiodescriptie bij een video moet.

Werk aan de winkel?

Sinds 23 september 2020 moeten alle overheidswebsites aan de WCAG 2.1-eisen voldoen. En vanaf 23 juni dit jaar ook alle mobiele apps. Ben jij al helemaal toegankelijk? Of zit je (of je opdrachtgever) nog in de ‘iets-met-alt-teksten-fase’? Wij kunnen je helpen met advies en steken graag de handen uit de mouwen. Voor toegankelijke teksten, linkjes, pdf’s, alternatieve content bij beeld en video, etc. Neem contact met ons op als we iets voor je kunnen doen.